Hoe is het met Hursut Meriç?

De eerste helft van het seizoen 2008-2009. ADO Den Haag was net teruggekeerd uit de Eerste Divisie en bivakkeert, hoe gebruikelijk het ook is, onderin de hoogste afdeling van het vaderlandse voetbal. De voorhoedespelers van Den Haag – namen als Karim Soltani en Fabio Caracciolo –  grossieren in het maken van incapabele acties en bewegingen, maar trainer André Wetzel weigert stellig zijn supersub Hursut Meriç aan de aftrap te zetten.

Terence Garnier

Want dat er reuring ontstond op de Haagse tribunen wanneer de Maradona van de Bosporus uit zijn trainingspak kroop om langs de lijn warm te lopen, is een understatement.  Meriç, met de karakteristiek glimmende, kale kop, die het weerkaatsende licht van de lichtmasten je ogen lichtjes deed dichtknijpen. De rechtsbuiten kwam de lijnen in, kreeg dan de bal, en de spanning was voelbaar. Met een paar onnavolgbare trucjes en scharen maakte hij in korte tijd het leven van menig linksback behoorlijk zuur. Hursut Meriç had de gave om iets te forceren, en dat vond Wetzel een perfecte eigenschap voor een wisselspeler.

De trukendoos bleef helaas maar anderhalf seizoen bij ADO Den Haag, want in de winterstop van dat seizoen werd zijn Turkse droom werkelijkheid. Hij vertrok naar middenmoter Gençlerbirliği SK, waar hij het naar behoren deed. De nu 29-jarige Meriç begon wederom als supersub, maar knokte zich ondanks dat toch tot 122 optredens, en scoorde onder meer tegen Galatasaray. In de zomer van 2013 besloot de vleugelflitser een overstap te maken naar Çaykur Rizespor, wat eveneens uitkomt in de hoogte divisie van Turkije, weliswaar als promovendus. De club verkeert dit seizoen dan ook in acute degradatienood en bezet de 16e plaats.

Het zou mooi zijn als Hursut Meriç nog over dezelfde specifieke kwaliteiten bezit als in zijn tijd in Den Haag, want wellicht is hij ooit nog te bewonderen in het groengeel.

Giovanni Korte, een hyperactieve vleugelflitser

‘Ik noem hem wel eens gekscherend Duracelletje,’ zei FC Dordrecht-trainer Harry van den Ham tegen Omroep West. ‘Je windt hem op, hij gaat lopen en stopt pas als de wedstrijd is afgelopen.’

Terence Garnier

Precies om die reden verscheen de van ADO gehuurde aanvaller in de eerste seizoenshelft niet altijd aan de aftrap. Ondanks dat maakte de 20-jarige Hagenaar al twaalf doelpunten voor Jupiler League-koploper FC Dordrecht.  ADO bekroonde het talent uit eigen kweek op tijd – tegen eerdere gewoonten in – en schotelde hem een tweejarig contract voor, zodat kaper op de kust De Graafschap achter het net viste.

Volgend seizoen, mocht ADO niet onverhoopt naar de Eerste Divisie degraderen, krijgt de zoon van oud-speler Eki Korte (trainer DSVP) hoogstwaarschijnlijk een volwaardige kans in het eerste elftal van ADO Den Haag. Deze jaargang lag er voor de jonge aanvaller geen speeltijd in het verschiet, oordeelde Maurice Steijn. En dus huurde FC Dordrecht Korte, waarmee hij eenzelfde traject af lijkt te gaan leggen als ras-Hagenees Tom Beugelsdijk.

Gezien zijn onverzettelijkheid, zijn wil om te winnen – ‘ik wil te veel doen in een wedstrijd, dat is mijn kritiekpunt’ – en zijn Haagse komaf naast zijn uitzonderlijke voetbalkwaliteiten lijkt hij op voorhand al op een publiekslieveling als Beugelsdijk. Korte heeft inmiddels ervaring op niveau opgedaan en lijkt voor komend seizoen een serieuze gooi te doen naar een basisplaats in de Residentie. De supporters zullen in no-time gecharmeerd zijn van het talent, die aan de Krommedijk al de ene beauty na de andere in de bollende netten legt. Gaan we diezelfde Korte ook in Den Haag toejuichen na de zomer?

Celtic-toptalent bleef te kort in Den Haag

ADO Den Haag ontliep in het seizoen 2003/2004 ternauwernood de nacompetitie voor promotie/degradatie, en onder andere aanvallers Peter Hofstede en Romeo Castelen vertrokken. ADO was dus naarstig op zoek naar aanvallende versterking en vond die opmerkelijk genoeg in Schotland: rechtsbuiten Jamie Smith kwam naar Den Haag, nadat hij al op proef was in de Residentie.

Terence Garnier

Het was een opmerkelijke transfer, gezien het verschil in status tussen de speler en de club. De toen 24-jarige Smith had namelijk al zijn debuut als Schots international gemaakt, en droeg al 72 keer het shirt van Celtic, voornamelijk als invaller. De rechtsbuiten, inmiddels gestopt, zat zelfs op de bank tijdens de finale van de UEFA-Cupfinale van 2003, die verloren ging tegen FC Porto.

Na een korte uitleenbeurt bij FC Livingston tekende hij dus in de zomer van 2004 bij ADO Den Haag. Hij maakte vooral indruk met zijn solide spel, dat hij in zijn 30 wedstrijden toonde (één goal). Helaas vertrok Smith alweer na één seizoen; hij keerde terug naar zijn vaderland om voor Aberdeen te voetballen, waar hij uiterst succesvol was en zelfs weer in beeld kwam voor de nationale selectie. Hij bekleedde seizoenen lang een sleutelrol, scoorde 21 keer in 105 duels in liet zich zelfs gelden in Europees wedstrijdverband. In 2009 plakte  Smith een nieuw avontuur aan zijn carrière; hij tekende voor het Amerikaanse Colorado Rapids, uitkomend in de MLS, waar hij  nog vier seizoenen speelde alvorens in januari 2014 de kicksen aan de wilgen te hangen. Smith werd jeugdtrainer bij de club waar hij afsloot.

Het blijft jammer dat Jamie Smith zo kort in Den Haag actief was.

Zomaar Vijf: spelers die ‘het niet hebben gered’ in Den Haag

Het is pijnlijk genoeg een gegeven feit: ADO Den Haag hengelt vaak spelers binnen die snel weer duikend in de anonimiteit vertrekken, en het stempel “miskoop” opgespeld hebben gekregen. Slechts een illuster rijtje aankopen maakte een vervolgstap omhoog, of blijkt een meerwaarde voor het Haagse team te zijn, maar het leeuwendeel valt altijd tegen. Gelukkig zijn er altijd nog spelers, culthelden, die écht de kroon spannen met hun tegenvallende prestaties. Om nu de namen van ‘aanwinsten’ van de huidige selectie te noemen is wat kort door de bocht, daarom duiken even een recentelijk verleden in met de eerste editie van Zomaar Vijf: vijf grote miskopen van de afgelopen jaren op een rij!

Tekst: Terence Garnier

5. Milan Lalkovič
In het roerige seizoen 2011/2012, waarin de ‘wijsheid zelve’ Maurice Steijn voor het eerst aan roer stond, was de spoeling zo dun in de Haagse voorhoede dat Lalkovič in de winterstop op huurbasis overkwam van Chelsea. Na twee invalbeurten werd hij met dezelfde vaart als hij kwam teruggestuurd naar Londen; het enfant terrible uit Slowakije kon niet leven met het geringe aantal speelminuten.

4. Fabio Caracciolo
Toen ADO weer promoveerde naar de Eredivisie in 2008, waren de Hofstedelingen naarstig op zoek naar scoringsdrift. Die dacht André Wetzel in de Belgisch-Italiaanse spits wel gevonden te hebben. Dat dacht het immer kritische publiek ook, toen hij bij zijn debuut op Het Kasteel schitterend scoorde tegen Sparta (2-5). Na die wedstrijd heeft Caracciolo zijn voetbalschoenen opgeborgen, en toverde zijn balletschoenen uit de kast. Vanaf heden schitterde de spits in het missen van enorme kansen en grossierde hij in glijpartijen.

3. Chiro N’Toko
Toenmalig hoofdtrainer John van den Brom vond dat hij wel een echte versterking in de Haagse verdediging kon gebruiken, in 2010, en dus viel zijn oog op zijn oud-pupil Chiro N’Toko. Deze boomlange Congolees, die overkwam van AGOVV Apeldoorn, zette een kroon op het sublieme scoutingswerk van van den Brom. (die wellicht dacht: ik vertrek toch naar Arnhem, dus zadel ik Den Haag op met spelers als deze) N’Toko had twee enorme kwaliteiten: zijn pass kwam altijd terecht in de voeten van de tegenstander en in een draaicirkel-competitie won hij nipt van een stacaravan.

2. Filip Lukšík
In de zomer van 2011, na het succesjaar, moesten de vertrekken van sterspelers als Bulykin en Derijck worden opgevangen. Dat dacht de technische staf te kunnen doen met Filip Lukšík, een multifunctionele Slowaak die zowel op het middenveld als in de verdediging kon spelen. Op het middenveld kwam hij niet aan spelen toe – mede door een waardeloos debuut in Litouwen, waar hij een rode kaart en een penalty veroorzaakte – en dus werd hij als linksback geposteerd. Helaas bleek voor ‘Lukniks’ een ei bakken gecompliceerder dan het dekken aan de binnenkant. De Slowaak werd al snel het mikpunt van hoon en kritiek en met de staart tussen de benen vertrok hij weer naar zijn vaderland.

1. Bogdan Milić
‘De man van zes ton’, luidde de bijnaam van de boomlange Montenegrijnse spits Bogdan Milić. “Toch wil ik liever over de grond worden aangespeeld,” zei hij opmerkelijk genoeg na zijn arriveren, in de zomer van 2008. Want koppen, datgene waarvoor hij Montenegro

Een zeer bijzonder moment: Milić heeft het net van de tegenstander gevonden.
Een zeer bijzonder moment: Milić heeft het net van de tegenstander gevonden.

had verlaten, kon hij helemaal niet, ondanks zijn lengte van ruim twee meter. Hij werd het eerste seizoen nog in de luwte gehouden door coach Wetzel, maar in 2009/2010 verscheen hij ineens 28 keer op het veld bij de Hagenaars. Even was daar een hype geboren, maar snel ontpopte hij zich tot een talentloze, nutteloze, kolderiek ogende spits die zelden scoorde. Hij maakte er maar vier, en hij vertrok na dat seizoen transfervrij, ondanks zijn torenhoge transfersom en salaris dat ADO voor Milić had neergeteld. Via omzwervingen in Rusland en Tsjechië is hij nu actief in Zuid-Korea.

Uit het oog: Frantisek Kubík

‘Mafkees’. De man van ‘het tekeningetje’ in de rust van het uitduel tegen Willem II in 2010-2011, wat hem hielp om twee goals te maken. Hij sprak geen enkel woord Nederlands of Engels. Maar wat ons vooral in het geheugen staat gegrift, waren de spectaculaire acties van de Slowaakse vleugelflitser, Frantisek Kubík.

Helaas besloot hij – of Tscheu La Ling – na het successeizoen onder John van den Brom voor Russische roebels te kiezen in plaats van Europees voetbal in de Hofstad. De linksbuiten tekende een lucratief contract bij Koeban Krasnodar, in de zomer van 2011. Daar zag men nooit de ware aard van de fluwelen technicus, die zoveel indruk maakte in het groengeel. Slechts vijf duels kwam hij in actie zonder het net te vinden, waarna hij zijn heil ging zoeken in de krochten van het Oekraïense voetbal, bij Tavrija Simferopol.

Het verblijf in Oekraïne liep voor Kubík uit op een fiasco. Met de staart tussen de benen (6 duels, 0 goals) keerde hij daarom terug  waar het allemaal begon, bij AS Trenčín in zijn geboorteland Slowakije. Hij vond zijn Haagse vorm weer terug en speelde een sterk seizoen, maar de drang naar avontuur (of dukaten) kon hij niet weerstaan en hij tekende na één seizoen alweer ergens anders; wederom in Oekraïne, ditmaal bij Arsenal Kiev.

Lang kon Kubík niet genieten van zijn terugkeer in het land van Shevchenko; op 30 oktober 2013 vroeg de club een faillissement aan. Kubík was clubloos. Waarom was een terugkeer naar zijn succesvolle Den Haag geen optie? Heeft ADO zitten slapen of heeft het een terugkeer van de Slowaakse vleugelspits nooit overwogen? Ik durf te wedden: elke supporter had deze transfer toegejuicht.

Maar die droom spatte uiteen toen Kubík zich recentelijk verbond aan het Griekse Ergotelis. Het verstevigt zijn reputatie als succesloze clubhopper. Alleen in Den Haag had hij echt zijn kwaliteiten laten zien aan het publiek. Net als Wesley Verhoek en Timothy Derijck, die wellicht terugkeren in Den Haag komende zomer, volgens 433.nl die dat meldt op Twitter. Zouden de Haagse gloriedagen dan wellicht weer terugkeren in Den Haag?

Cătălin Ţîră: waarom toch steeds tribuneklant?

De transfercarrousel draaide op volle toeren in de zomer van 2013 en logische namen als Ricky van Haaren en Roland Alberg streken neer in de stad achter de duinen. Maar tussen al die Nederlandse, eredivisie-gearriveerde aankopen zat één vreemde vogel: Cătălin Ţîră. 

De met veel bombarie binnengehaalde Roemeense aanvaller, eerder actief voor Dinamo Boekarest in zijn vaderland, waar hij opviel in de Italiaanse scoutingsboekjes van eerst Udinese en daarna Lazio SS, kwam dit seizoen pas één keer in actie, tegen FC Twente. Maar waarom toch? De Haagse aanval is dit seizoen losser zand gebleken dan dat er op Kijkduin te tellen valt. Diverse reputaties en grote namen sneuvelden gegarandeerd, wanneer je het eens mocht proberen in de voorhoede van Den Haag. Ninos Gouriye, Jerson Cabral en nu ook Mitchell Schet kunnen erover meepraten; stuk voor stuk krijgen zij het predikaat “tegenvallend” opgeprikt. Wanneer is het nu eens de beurt aan de Roemeense ster – die een relatie onderhoudt met een topmodel – om in ieder geval weer eens bij de selectie te zitten?

In oktober maakte Cătălin Ţîră, die eerst een lange tijd proefdraaide bij ADO, met Jong ADO zelfs een bliksemhattrick tegen Jong Fortuna Sittard, maar daarna bleef het nog steeds onverwacht stil rondom de negentienjarige aanvaller. Het publiek schreeuwt om zijn naam. Ziet de andere aanvallers ploeteren, kwakkelen en falen. Onder de nieuwe hoofdcoach Henk Fraser lijkt zijn status onveranderd ten opzichte van de visie van Steijn; tegen Vitesse zat hij nog steeds op de tribune. Mike van Duinen heeft een enorm vormgebrek, Michiel Kramer mist kwaliteit. Dus tegen Roda JC, komend weekend, gaan we weer met z’n allen hopen op een Roemeense verrassing.

Danny Bakker, de Jens Toornstra in spé

Wanneer je aan de willekeurige ADO-supporter vraagt wat hij van het huidige seizoen vindt, zullen de termen “wisselvallig” en “slecht” enigszins eufemistisch worden genoemd. Gelukkig is er in elke duisternis wel een lichtpuntje. Bij ADO is dat de dit seizoen doorgebroken Danny Bakker, de getalenteerde middenvelder die zich deze jaargang aan het publiek presenteerde.

Terence Garnier

En dat doet hij met verve. Hij scoorde als jongetje uit 1995 al twee keer, en dat waren zacht gezegd geen onbelangrijke (kop)goals voor de net 19-jarige Bakker. Scoren met zijn kruin deed hij in thuisduels met FC Twente en Feyenoord, welke wedstrijden winnend werden afgesloten.

Bakker, die ook nog eens centraal in de verdediging heeft laten zien een meerwaarde voor de kwakkelende Hagenaars te zijn – waar hij zichzelf etaleerde als ‘voetballende verdediger die de opbouw kan verzorgen – , heeft naast zijn inmiddels haarfijne koptechniek een sterk linkerbeen, aangevuld met een sterk loopvermogen. Tevens is de geboren Voorburger een jongen van de streek, die duidelijk weet wat het inhoudt om vechtvoetbal te spelen. Hij debuteerde al in het Nederlands Elftal onder 18 jaar.

De officieel tweedejaars A-junior heeft nog een contract voor twee seizoenen, met opties van kanten van zowel ADO als Bakker. Als Bakker zich zo stormachtig blijft ontwikkelen als hij nu doet, ontplooit hij zich ongetwijfeld tot een nieuwe Jens Toornstra, misschien nog wel beter dan de middenvelder van FC Utrecht. Want met Bakker heeft ADO goud in handen. Hopelijk realiseert het bestuur zich dat en doet het een keer niet traditiegetrouw haar beste spelers voor een schijntje van de hand. Want als Bakker lang genoeg in Den Haag blijft, vliegen de aanbiedingen voor Bakker als warme broodjes over de Kyocera-toonbank.