Uit het oog: Frantisek Kubík

‘Mafkees’. De man van ‘het tekeningetje’ in de rust van het uitduel tegen Willem II in 2010-2011, wat hem hielp om twee goals te maken. Hij sprak geen enkel woord Nederlands of Engels. Maar wat ons vooral in het geheugen staat gegrift, waren de spectaculaire acties van de Slowaakse vleugelflitser, Frantisek Kubík.

Helaas besloot hij – of Tscheu La Ling – na het successeizoen onder John van den Brom voor Russische roebels te kiezen in plaats van Europees voetbal in de Hofstad. De linksbuiten tekende een lucratief contract bij Koeban Krasnodar, in de zomer van 2011. Daar zag men nooit de ware aard van de fluwelen technicus, die zoveel indruk maakte in het groengeel. Slechts vijf duels kwam hij in actie zonder het net te vinden, waarna hij zijn heil ging zoeken in de krochten van het Oekraïense voetbal, bij Tavrija Simferopol.

Het verblijf in Oekraïne liep voor Kubík uit op een fiasco. Met de staart tussen de benen (6 duels, 0 goals) keerde hij daarom terug  waar het allemaal begon, bij AS Trenčín in zijn geboorteland Slowakije. Hij vond zijn Haagse vorm weer terug en speelde een sterk seizoen, maar de drang naar avontuur (of dukaten) kon hij niet weerstaan en hij tekende na één seizoen alweer ergens anders; wederom in Oekraïne, ditmaal bij Arsenal Kiev.

Lang kon Kubík niet genieten van zijn terugkeer in het land van Shevchenko; op 30 oktober 2013 vroeg de club een faillissement aan. Kubík was clubloos. Waarom was een terugkeer naar zijn succesvolle Den Haag geen optie? Heeft ADO zitten slapen of heeft het een terugkeer van de Slowaakse vleugelspits nooit overwogen? Ik durf te wedden: elke supporter had deze transfer toegejuicht.

Maar die droom spatte uiteen toen Kubík zich recentelijk verbond aan het Griekse Ergotelis. Het verstevigt zijn reputatie als succesloze clubhopper. Alleen in Den Haag had hij echt zijn kwaliteiten laten zien aan het publiek. Net als Wesley Verhoek en Timothy Derijck, die wellicht terugkeren in Den Haag komende zomer, volgens 433.nl die dat meldt op Twitter. Zouden de Haagse gloriedagen dan wellicht weer terugkeren in Den Haag?

Cătălin Ţîră: waarom toch steeds tribuneklant?

De transfercarrousel draaide op volle toeren in de zomer van 2013 en logische namen als Ricky van Haaren en Roland Alberg streken neer in de stad achter de duinen. Maar tussen al die Nederlandse, eredivisie-gearriveerde aankopen zat één vreemde vogel: Cătălin Ţîră. 

De met veel bombarie binnengehaalde Roemeense aanvaller, eerder actief voor Dinamo Boekarest in zijn vaderland, waar hij opviel in de Italiaanse scoutingsboekjes van eerst Udinese en daarna Lazio SS, kwam dit seizoen pas één keer in actie, tegen FC Twente. Maar waarom toch? De Haagse aanval is dit seizoen losser zand gebleken dan dat er op Kijkduin te tellen valt. Diverse reputaties en grote namen sneuvelden gegarandeerd, wanneer je het eens mocht proberen in de voorhoede van Den Haag. Ninos Gouriye, Jerson Cabral en nu ook Mitchell Schet kunnen erover meepraten; stuk voor stuk krijgen zij het predikaat “tegenvallend” opgeprikt. Wanneer is het nu eens de beurt aan de Roemeense ster – die een relatie onderhoudt met een topmodel – om in ieder geval weer eens bij de selectie te zitten?

In oktober maakte Cătălin Ţîră, die eerst een lange tijd proefdraaide bij ADO, met Jong ADO zelfs een bliksemhattrick tegen Jong Fortuna Sittard, maar daarna bleef het nog steeds onverwacht stil rondom de negentienjarige aanvaller. Het publiek schreeuwt om zijn naam. Ziet de andere aanvallers ploeteren, kwakkelen en falen. Onder de nieuwe hoofdcoach Henk Fraser lijkt zijn status onveranderd ten opzichte van de visie van Steijn; tegen Vitesse zat hij nog steeds op de tribune. Mike van Duinen heeft een enorm vormgebrek, Michiel Kramer mist kwaliteit. Dus tegen Roda JC, komend weekend, gaan we weer met z’n allen hopen op een Roemeense verrassing.

Danny Bakker, de Jens Toornstra in spé

Wanneer je aan de willekeurige ADO-supporter vraagt wat hij van het huidige seizoen vindt, zullen de termen “wisselvallig” en “slecht” enigszins eufemistisch worden genoemd. Gelukkig is er in elke duisternis wel een lichtpuntje. Bij ADO is dat de dit seizoen doorgebroken Danny Bakker, de getalenteerde middenvelder die zich deze jaargang aan het publiek presenteerde.

Terence Garnier

En dat doet hij met verve. Hij scoorde als jongetje uit 1995 al twee keer, en dat waren zacht gezegd geen onbelangrijke (kop)goals voor de net 19-jarige Bakker. Scoren met zijn kruin deed hij in thuisduels met FC Twente en Feyenoord, welke wedstrijden winnend werden afgesloten.

Bakker, die ook nog eens centraal in de verdediging heeft laten zien een meerwaarde voor de kwakkelende Hagenaars te zijn – waar hij zichzelf etaleerde als ‘voetballende verdediger die de opbouw kan verzorgen – , heeft naast zijn inmiddels haarfijne koptechniek een sterk linkerbeen, aangevuld met een sterk loopvermogen. Tevens is de geboren Voorburger een jongen van de streek, die duidelijk weet wat het inhoudt om vechtvoetbal te spelen. Hij debuteerde al in het Nederlands Elftal onder 18 jaar.

De officieel tweedejaars A-junior heeft nog een contract voor twee seizoenen, met opties van kanten van zowel ADO als Bakker. Als Bakker zich zo stormachtig blijft ontwikkelen als hij nu doet, ontplooit hij zich ongetwijfeld tot een nieuwe Jens Toornstra, misschien nog wel beter dan de middenvelder van FC Utrecht. Want met Bakker heeft ADO goud in handen. Hopelijk realiseert het bestuur zich dat en doet het een keer niet traditiegetrouw haar beste spelers voor een schijntje van de hand. Want als Bakker lang genoeg in Den Haag blijft, vliegen de aanbiedingen voor Bakker als warme broodjes over de Kyocera-toonbank.